zaterdag 26 juli 2003

Wat gaat er in dat hoofdje om

GREENSPAN, S. & N. BRESLAU LEWIS, Wat gaat er in dat hoofdje om? Hoe het denken van uw baby, peuter en kleuter zich ontwikkelt. (Vert. Building healthy minds) Utrecht/A'pen, Kosmos-Z&K, 2003 (3e dr.), 320 pp. – ISBN 90 215 9771 3

Bovenaan het verlanglijstje van de meeste ouders staat de wens dat hun kinderen zowel verstandig zijn als sociaal vaardig. We hopen ook dat ze weten hoe ze zich moeten gedragen en weten wat goed en slecht is. We willen ook dat ze zelfvertrouwen hebben, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.

Deze verschillende vaardigheden staan niet los van elkaar. Leren en denken doen we niet alleen met ons verstand, maar ook met ons gevoel. En voor het omgaan met onze gevoelens gebruiken wij ons verstand. De emotionele en verstandelijke ontwikkeling van een kind zijn heel nauw met elkaar verweven. Emotionele interacties spelen immers een veel grotere rol bij het verstandelijk functioneren dan men ooit heeft gedacht. Dit is de kernboodschap van de auteurs. En meteen ook reiken zij het belangrijkste pedagogische hulpmiddel aan: de relatie met de ouder of opvoeder.

In meer dan 25 jaar van observaties en onderzoek hebben de auteurs de mijlpalen in de ontwikkeling leren onderscheiden. Het gaat om 6 typen essentiële ervaringen die zich voordoen in een fase van de eerste zes levensjaren van een kind. Ze lopen parallel met de groei van belangrijke gebieden in de hersenen.

Hiervan hebben de auteurs een schema gemaakt, de ontwikkelingsgroeicurvekaart. Dit schema laat zien hoe goed een kind zijn verstandelijke en emotionele capaciteiten gebruikt om problemen op te lossen. Met behulp van deze kaart kan de ontwikkeling van een kind gevolgd worden, maar ze is vooral nuttig om te detecteren wanneer een kind een zetje kan gebruiken. Dit is zeer belangrijk voor de opvoeding en begeleiding van kinderen bij wie de ontwikkeling niet vanzelf gaat. De auteurs hebben hun inzichten met succes toegepast bij kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Deze ervaringen worden in het boek dan ook regelmatig beschreven.

In het boek krijgt elke fase een apart hoofdstuk toebedeeld. Hier wordt verhelderd wat er gebeurt, waarop je als ouder dient te letten en waarom, welke problemen zich kunnen voordoen en hoe je deze kan aanpakken. In bijlage zijn de ontwikkelingsgroeicurvekaart opgenomen en een overzicht van de zes belangrijke ontwikkelingsfasen en de groei van de hersenen.

Dit is zeker een belangrijk boek, zowel voor ouders als voor professionele begeleiders van jonge kinderen of van oudere kinderen en volwassenen met een ontwikkelingsvertraging. De verschillende fasen worden nauwgezet en gedetailleerd uitgewerkt.

Het geheel nodigt echter niet echt uit tot lezen. Een overvolle bladspiegel, relatief kleine letters, en dito regelafstand plegen een behoorlijke aanslag op de aantrekkelijkheid. Het boek is bovendien nogal dik, je moet er al heel wat tijd voor uittrekken. Dat is nu net waar jonge ouders, die er hun voordeel mee kunnen doen, zo'n gebrek aan hebben. Een meer leesbare versie zou dan ook heel welkom zijn, want het is een waardevol werk. Voor professionele begeleiders echter wel een degelijk naslagwerk.

© Minervaria

Geen opmerkingen: