HELLSTEN, T., Een nijlpaard in huis. Over mede-afhankelijkheid en over kind mogen zijn zolang je leeft. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2002, 160 pp. – ISBN 90 269 2526 3
Mede-afhankelijkheid (VS: co-dependency) treedt op bij (volwassen) kinderen van alcoholisten. Zoals de alcoholverslaafde vader of moeder afhankelijk is van de alcohol, zo worden de kinderen mede-afhankelijk. Wat verzwegen wordt en weggestopt in het gezin, stoppen de kinderen weg voor zichzelf: gedachten en gevoelens over de situatie en vooral over zichzelf.
De auteur is zelf kind van een verslaafde vader en heeft jarenlang gewerkt met alcoholverslaafden. Hij heeft dit proces dus aan den lijve ondervonden. Dat het boek niet spreekt over drugverslaafden, houdt verband met het feit dat deze problematiek in Finland (thuisland van de auteur) nog marginaal was toen het geschreven werd.
Het kind van een alcoholverslaafde heeft een nijlpaard in zich, dat een afspiegeling is van het nijlpaard in huis, waarvan het bestaan ontkend moet worden. Dit leidt ertoe dat het kind ook zichzelf gaat ontkennen, en geen contact meer heeft met het kind in zichzelf. Het moet vroegtijdig volwassen worden, het ontwikkelt een valse ik, en met dit valse ik zet het zijn bestaan voort.
Een gelijkaardig proces valt echter ook te onderkennen in elke opvoedingssituatie waarin een kind niet zichzelf mag of kan zijn. Vanuit dat standpunt zijn de inzichten van de auteur evenzeer toepasselijk op de opvoedingssituatie in het algemeen. Die omschrijft de auteur als "het gebeuren waarin twee generaties bijeen zijn, het gebeuren dat we gewend zijn opvoeding te noemen".
Daarom gaat een deel van dit boek ook over ouderschap, en de functie van ouderschap in de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Het ouderschap vormt de spiegels waarin het kind kijkt om zich een opvatting en een beeld te vormen van zichzelf. De auteur beschrijft dit proces op een tegelijk inzichtelijke en poëtische wijze. Hij heeft ook aandacht voor de storingen in dat proces, die verband houden met het feit dat de kinderlijkheid van de vorige generatie ook al slecht is behandeld. We zien hier dus elementen uit de contextuele visie in een ander kleedje gestoken en anders uitgewerkt.
Zeker de eerste hoofdstukken uit dit boek zijn de moeite waard om te lezen, in het vervolg valt de auteur naar mijn mening nogal eens in herhaling. Het laatste deel, waar hij de 3 fasen van het herstelproces uitlegt en verantwoordt, is dan weer interessanter.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten