BAKER, R. & E. ORAM, De grote babyoorlog. De ware achtergronden van het gezinsleven. A'dam/A'pen, De Arbeiderspers, 1999, 364 pp. – ISBN 90 295 0350 5
Met ouderschap en gezinsleven heeft iedereen te maken. Bovendien ondergaan de meeste mensen, eerst als kind en twintig of dertig jaar later als ouder, beide kanten van deze ervaring. Velen zullen prettige herinneringen hebben aan het gezinsleven en vele anderen zullen herinneringen hebben die ze liever vergeten. Kind noch ouder zijn is eenvoudig, en van tijd tot tijd komen zelfs in de rustigste gezinnen de spanningen en druk van het dagelijks leven aan de oppervlakte. Voor sommige mensen is het gezinsleven zelfs weinig anders dan een eindeloos gevecht. In meerdere of mindere mate echter betekenen baby's of kinderen, voor alle gezinnen, oorlog.
Dit boek toont aan dat deze interne gezinsconflicten een normaal, onvermijdelijk en belangrijk aspect zijn van het ouderschap en het gezinsleven. Deze conflicten zijn heel begrijpelijk vanuit het standpunt van de evolutiebiologie. Deze legt de evolutionaire oorsprong bloot van alle facetten van het menselijk leven, waarvan het gedrag van ouders en het gezinsleven er slechts twee zijn.
In de inleiding leggen de auteurs bondig de essentiële uitgangspunten van de evolutiebiologie. Voortplantingssucces staat centraal: ieder individu is in de eerste plaats gericht op het doorgeven van het eigen genetisch materiaal. Dit brengt mee dat de belangen van ouders (onderling) en kinderen niet noodzakelijk, en overigens meestal niet, gelijk lopen, en dus aanleiding geven tot meer of minder belangenconflicten tuisen de betrokken partijen.
Vervolgens komen achtereenvolgens de verschillende fasen in het leven van de mens aan de orde, gezien vanuit het standpunt van ouderschap en gezinsvorming. De auteur doorloopt daarbij chronologisch de levensloop van de mens. Hij begint elk nieuw thema met een verhaal om zijn uiteenzetting te funderen en levendiger te maken. Soms lijkt me dat nuttig, andere keren is het volgens mij nogal overtrokken. De keuze van de terminologie voor de protagonisten in het verhaal is eerder saai en onpersoonlijk.
Ik vind zelf de uitgangspunten van de evolutiebiologie erg zinvol en plausibel voor het verklaren van gedrag, maar heb vaak moeite met de wijze waarop zij in publicaties worden voorgesteld. Het lijkt telkens alsof mensen (en dieren) zich bewust en doelgericht gedragen met het oog op voortplantingssucces. Dit is echter niet zo: het gaat hier om onbewuste biologische drijfveren die aanzetten tot gedrag, dat bepaalde genetische disposities al dan niet laat voortbestaan. Ik moet echter het eerste werk nog lezen dat volledig in deze geest is geschreven. Het boek dat het best aan die criteria beantwoordt is Moederschap.
Ook onderhavig boek lijdt aan hetzelfde euvel. Jammer, want vanuit dit standpunt zijn moreel afgekeurde gedragingen als kindermoord, verwaarlozing, verwerping of bevoordeling van kinderen beter te begrijpen. Wanneer je daar als hulpverlener inzicht in hebt, lukt het vaak beter om minder met een beschuldigende vinger te wijzen naar ouders die hun 'plichten' ten aanzien van hun kinderen niet nakomen.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten