woensdag 3 juli 2019

De waarde van alles

MAZZUCATO, M., De waarde van alles. Onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie. A’dam, Uitg. Nw Amsterdam, 2018, 384 pp. – ISBN 978 90 468 2379 8

"Tussen 1975 en 2017 is het reële bbp van de Verenigde Staten ruwweg verdrievoudigd. Over deze periode nam de productiviteit met ongeveer 60 procent toe. Desondanks zijn de reële uurlonen van de meerderheid van de werknemers gestagneerd of zelfs gedaald. Dit betekent dat bijna vier decennia lang een kleine elite zich vrijwel de totale baten van een groeiende economie heeft toegeëigend. Is dit omdat zij zulke buitengewone productieve leden van de samenleving zijn, zoals ze beweren?"

Reeds in de eerste alinea wordt de toon gezet. Geheel in lijn met haar vorige boek stelt Mariana Mazzucato zich uiterst kritisch op tegenover de gang van zaken in een wereld waar de ongelijkheid van rijkdom en inkomen alleen maar toeneemt. Het hele bedrijfsleven is doordrenkt van financiële operaties en de mentaliteit die ermee gepaard gaat. Men gaat beslissingen nemen in functie van geld in plaats van nut of bijdrage.

Want dit is waarover productiviteit moet gaan, vindt Mazzucato. Het is hoog tijd dat er weer een ernstig debat gevoerd wordt over wat waarde is en hoe ze tot stand komt. Waardecreatie gaat in de kern om het voortbrengen van nieuwe en nuttige goederen en diensten. Alleen zo kan er een duurzame en eerlijke economie gecreëerd worden, waarin de welvaart breder gedeeld wordt.

Tot in de negentiende eeuw maakten economen en filosofen onderscheid tussen twee soorten economische activiteiten. Productieve activiteiten droegen bij aan het algemeen welzijn, activiteiten die niets bijdroegen bestempelden ze als improductief. Ze vonden het noodzakelijk om de productieve activiteiten te bevorderen en improductieve te beperken.

Tegenwoordig zijn winst en verlies echter de maatstaf voor waarde geworden. De waarde van goederen en diensten wordt afgemeten aan hun prijs. Als gevolg hiervan worden activiteiten die niets bijdragen aan de samenleving maar wel duur zijn of veel kosten, zoals vervuilende bedrijven, als waardevol beschouwd. En activiteiten die nuttig zijn maar niets kosten, zoals gezinszorg en mantelzorg, tellen niet mee. Ook de overheid is niet waardevol want een verliespost.

Zo werd een ongebreidelde groei van de financiële sector mogelijk gemaakt. De financiële markten bepalen de waarde van bedrijven. Bedrijven functioneren niet meer hoofdzakelijk in functie van hun nut, maar van de opbrengst voor hun aandeelhouders. In deze visie wordt winst uit financiële transacties, waarvoor men niets heeft moeten doen, beschouwd als een inkomen dat ‘verdiend’ is.

In de financiële sector beweegt zich tegenwoordig een groot aantal tussenpersonen die zich toeleggen op het beheer van fondsen, het vermogensbeheerkapitalisme. Deze verdienen geld aan financiële transacties, niet door de reële economie te bedienen maar zichzelf. En het verplaatsen van geld op verschillende manieren, het casino-kapitalisme, stelt een aantal individuen in staat heel rijk te worden zonder werkelijke bijdrage aan de rijkdom van de samenleving.

Zo heeft de financiële sector het aandeel van improductieve waarde enorm doen toenemen. Ze is mede-veroorzaker van de groeiende ongelijkheid in inkomen en vermogen. En alhoewel zij het zo doen voorkomen om de hoogte van hun beloningen te rechtvaardigen, zijn het niet de financiële tussenpersonen die de echte risico’s nemen. Die situeren zich in de innovatie-economie, waarmee zij zich niet inlaten.

Die risico's worden voor een groot deel door de overheid genomen. Net als in De ondernemende staat toont Mariana Mazzucato ook hier aan hoe de overheid een cruciale rol speelt in de innovatie-economie en zodoende positieve waarde schept. Ze versterkt haar pleidooi voor de herwaardering van de overheid en formuleert een aantal ideeën over de herwaardering van de publieke sector.

In De waarde van alles maakt ze brandhout van de fabeltjes van de gangbare neoliberale economische theorieën. Er zijn verschillende inconsistenties in de manier waarop economische groei tegenwoordig bepaald wordt. Mazzucato verheldert waar economische groei echt over moet gaan en verduidelijkt wanneer, waarom en hoe deze uit de hand gelopen is. Ze kleedt de financiële sector uit en ontwart het ondoorzichtige kluwen van financiële machinaties waarvan vooral de actoren zelf rijker worden.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat vooral het laatste een buitengewoon taaie brok was. Ik heb de drie hoofdstukken over de financiële sector met heel veel moeite doorploegd, zonder dat ik er veel wijzer uit werd. Gelukkig rondt Mazzucato ze af met inzichtelijke conclusies. In ieder geval weet ik nu veel beter hoe de pakkers erin slagen om zoveel meer te verdienen dan de doeners.

De waarde van alles is een doordacht en leerrijk, maar ronduit ontluisterend en vaak ontmoedigend boek van een gerespecteerde econome over de neoliberale economie. Een index van de gebruikte terminologie zou het voor een leek toch beter te behappen maken.

© Minervaria

Aansluitend: Anja Meulenbelt: We zien kinderen krijgen niet als belangrijke maatschappelijke bijdrage. Daarmee doen we vrouwen tekort.

Geen opmerkingen: