vrijdag 1 maart 2013

1302. Opstand in Vlaanderen


VERBRUGGEN, J.F. & R. FALTER, 1302. Opstand in Vlaanderen. Tielt, Uitg. Lannoo, 2001, 278 pp. – ISBN 90 209 4412 6

Over de slag bij Kortrijk op 11 juli 1302, waarin een Vlaams leger de bloem van de Franse ridderschap versloeg, worden na meer dan zeven eeuwen nog steeds hardnekkige mythes gekoesterd. Was het echt een eclatante overwinning op een volksvreemde overheerser of was het niet meer dan een accident de parcours in een reeks late feodale oorlogen? Zoals gewoonlijk is de werkelijkheid heel wat ingewikkelder. In dit boek worden de gebeurtenissen en de protagonisten van hun mythologische franje ontdaan en tot hun ware proporties terug gebracht.

Het graafschap Vlaanderen was al veel langer het toneel van een permanente conflictsituatie. Door opeenvolgende huwelijken in de voorafgaande eeuwen geraakte het steeds dieper verweven met het Franse koningshuis. De Franse koning slaagde er echter niet in de streek daadwerkelijk in te lijven. De graaf van Vlaanderen bleef een machtige rivaal. In de tweede helft van de 13e eeuw werd Vlaanderen bovendien een pion op het schaakbord van de Frans-Engelse politiek.

In diezelfde periode werd een juridisch steekspel gevoerd om de rijke Vlaamse steden. Die waren al lang de inzet van een machtsstrijd tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf, die beiden voortdurend in geldnood verkeerden. De poorters lagen overhoop met de spilzuchtige graaf over steeds nieuwe belastingen. De koning probeerde daar op zijn beurt munt uit te slaan en speelde de steden en de graaf tegen elkaar uit wanneer hij maar kon. Zo waren de steden verwikkeld in een opeenvolging van wisselende bondgenootschappen, afhankelijk van de te behalen voordelen.

Binnen de steden was er bovendien een sociale strijd aan de gang tussen de poorters, voornamelijk handelaars en rijke kooplieden, enerzijds en de ambachtslieden anderzijds over belastingen en medezeggenschap. Ook uit die onenigheid probeerden de koning en de graaf profijt te halen door nu eens de ene, dan weer de andere partij te steunen. Deze voortdurende twisten stelden de politieke en sociale verhoudingen scherp.

Toen de Vlaamse verenigde strijdkrachten zich in Kortrijk presenteerden had de streek al 7 oorlogsjaren achter de rug, waarin door beide partijen bijna onafgebroken gebrandschat en geplunderd werd. Het betekende het failliet van handel en nijverheid. De voorspoed van de 13e eeuw was bijna helemaal teniet gedaan.

De overwinning op de Franse koning betekende echter niet het einde van de vijandelijkheden. Pas in september 1304, na de onbesliste slag bij de Pevelenberg, werd er een bestand gesloten. Vlamingen en Fransen bleken niet in staat om elkaar klein te krijgen. Vlaanderen bleef eeuwenlang een twistgebied in handen van verschillende mogendheden. Pas in 1713 legde de Vrede van Utrecht de grens tussen Frankrijk en Vlaanderen definitief vast. Het noordoostelijke deel van Vlaanderen is het enige gebied van het oorspronkelijke West-Frankische Rijk dat nooit een deel van Frankrijk werd.

Jan Frans Verbruggen, expert inzake militaire geschiedenis van de middeleeuwen en Rolf Falter, historicus en journalist, ontrafelen het politieke wespennest in Vlaanderen op het einde van de twaalfde en begin dertiende eeuw. Het was een turbulente tijd met snel veranderende politieke en sociale verhoudingen. De opkomst van de steden bedreigde de positie van de landheren en bracht een eerste golf van democratisering op gang.

De slag bij Kortrijk is dus zeker geen fait divers in de geschiedenis van Europa. Zo beschouwt Barbara Tuchman de gebeurtenis als een historische veldslag, het symbool voor het definitieve verval van de feodale politieke en sociale ordening in Europa. In de loop van de waanzinnige veertiende eeuw zal de macht van de strijdende klasse verder slinken in het voordeel van het burgerlijke bestuur.

© Minervaria

Geen opmerkingen: