zaterdag 6 oktober 2012

Het is maar een peiling

THEVISSEN, F., Het is maar een peiling. Opiniepeilingen in de media: van wetenschap tot wichelarij? Kalmthout, Uitg. Pelckmans, 2011, 337 pp. – ISBN 978 90 289 5104 4

Werd u in de aanloop naar de komende gemeenteraadsverkiezingen uitgenodigd om mee te delen voor wie u van plan bent te stemmen? Kreeg u een inkijk in de keuken van dat onderzoek? Vraagt u zich ook af hoe men aan de resultaten komt? En wat moet u ervan denken als de resultaten van de ene peiling een paar dagen later helemaal anders zijn in een andere? Aan dit boek begon ik dus met hooggespannen verwachtingen. Als docent Strategische Communicatie aan de Vrije Universiteit Brussel had de auteur immers zelf een omvangrijke opiniepeiling ontwikkeld.

Peilingen naar politieke voorkeur geven de politici behoorlijk wat kopzorgen. Politici zijn dus steeds op hun hoede voor de beeldvorming die electorale peilingen kunnen veroorzaken. De resultaten worden immers lang en breed in de media uitgesmeerd. Maar is dat terecht? Is een peiling beter dan het lezen van horoscopen of het voorspellen van de toekomst uit de lever van een schaap?

Wat is de waarde van een peiling naar de politieke voorkeur van mensen? Wie peilt wat en welke obstakels lonken daarbij om de hoek? Waarom voorspellen peilingen de verkiezingsuitslagen zelden correct en nooit nauwkeurig? En beïnvloeden ze daadwerkelijk onze politieke voorkeur? Hoe betrouwbaar zijn de resultaten, hoe vakbekwaam zijn de opiniepeilers en hoe onafhankelijk de media die over peilingen berichten? En welke mogelijkheden bestaan er om beter te peilen naar onze politieke houdingen en electorale voorkeuren?

Het is maar een peiling bundelt voor het eerst de antwoorden op deze en veel andere netelige vragen, zo kondigt Frank Thevissen met veel aplomb aan. We krijgen een rondleiding in de achterkamers van onze opiniepeilingenindustrie en de onthulling van de machinaties achter politieke peilingen. Hij belooft populaire en diepgewortelde clichés te doorprikken, die over peilingen de ronde doen en de wetenschappelijke pretentie van academici te demystificeren. Hij zal de gebrekkige methodologische en deontologische hygiëne blootleggen die bij opiniepeilingen aan de dag wordt gelegd. En dat alles zal hij doen op een manier die toegankelijk is voor de statistische leek.

Behalve de laatste worden die beloften uitgebreid waargemaakt. Thevissen ontkracht een aantal wijdverbreide misvattingen over opiniepeilingonderzoek. Hij legt uit hoe het komt dat de resultaten van peilingen zo sterk van elkaar kunnen verschillen. Hij onthult de problemen en valkuilen die een electorale peiling kunnen teisteren en doet aanbevelingen voor oplossingen. Hij dompelt ons vooral onder in de onverkwikkelijke en verbeten strijd tussen politici, de pers en wetenschappers achter de schermen van electorale peilingen. Voor wie er nog aan twijfelde wordt het duidelijk waarom de meeste peilingen geen enkele voorspellende waarde hebben.

Niettemin heeft dit boek mij zeer teleurgesteld. Waar de eerste hoofdstukken nog redelijk informatief zijn, verzandt het betoog gaandeweg steeds meer in een persoonlijke afrekening met de pers en met een hele reeks politici en collega-wetenschappers. Thevissen laat geen gelegenheid voorbij gaan om bepaalde mensen, vooral proffen en journalisten, een veeg uit de pan te geven. Al heel snel vroeg ik me af of hij soms ergens naar buiten gebonjourd was. Dat vermoeden bleek te kloppen.

De titel suggereert een objectief boek over het reilen en zeilen van een peiling. De helft is echter een smeuïg roddelverhaal vol ressentiment en persoonlijke ruzies dat niet zou misstaan in Story of Panorama, maar dat weinig bijdraagt aan het onderwerp zelf. Wat heeft de lezer die meer wil weten over peilingen eraan om tot in de kleinste details deelgenoot gemaakt te worden van de vetes en het onderling gepest bij De Stemmenkampioen, het eigen peilingproject van de auteur?

Natuurlijk is Thevissen als insider goed geplaatst om de lezer wegwijs te maken in de netwerken, de intriges en de cijferzwendel die de media ons niet vertellen. Maar kon dit niet op een andere manier? Thevissen zou toch moeten weten dat wie, al dan niet terecht, met zoveel ijver het vizier op anderen richt, zelf argwaan oproept? Sommige passages in het boek blijken met peilingen zelfs niets van doen te hebben. Wat komt de affaire De Gucht bijvoorbeeld doen in dit boek?

De beloofde toegankelijkheid blijkt bovendien een brij van ondoorzichtige vaktaal, die op de duur alleen nog te volgen is voor wie behoorlijk wat kaas gegeten heeft van statistiek. Dat kan de begrippenlijst achteraan in het boek nauwelijks verhelpen. En de tekst wordt ontsierd door een onaanvaardbaar groot aantal taal- en tikfouten (bv. ‘richten ze hun peilen op’ - blz. 231) en slordigheden, zoals verkeerd geplaatste komma’s.

Van het hele boek is het besluit het meest waardevol. Over de resultaten van peilingen moeten we ons niet druk maken. Ze zijn niet meer dan een momentopname en hun voorspellende waarde is gering. Peilingen zetten voornamelijk de besloten wereld van marktonderzoekers, politiek en journalistiek in rep en roer. Maar om dat te weten hoefde ik dit boek niet te lezen. De resultaten van de echte verkiezing zijn daarvoor meestal voldoende verrassend.

© Minervaria

Geen opmerkingen: