vrijdag 14 september 2012

De uitvinding van de mensheid


STUURMAN, S., De uitvinding van de mensheid. Korte wereldgeschiedenis van het denken over gelijkheid en cultuurverschil. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2009, 573 pp. – ISBN 978 90 351 3493 5

All humans are born free and equal in dignity and rights. They are endowed with reason and conscience and should act towards one another in a spirit of brotherhood.

De Universal Declaration of Human Rights laat er geen twijfel over bestaan: alle mensen zijn gelijk en moeten behandeld worden als medemensen. Van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens gaat een groot internationaal gezag uit. Nagenoeg alle landen op de wereld hebben deze verklaring ondertekend. Organisaties die de naleving ervan bewaken en overtreders op de vingers tikken, zoals Amnesty International en Human Rights Watch, genieten overal veel ontzag.

Wat wij nu als vanzelfsprekend beschouwen is dit echter lange tijd niet geweest. Dat alle mensen gelijk zijn is immers geen feit maar een idee dat geleidelijk in de geesten heeft postgevat. En wanneer een idee eenmaal denkbaar wordt, evolueert het geleidelijk naar werkelijkheid, zegt politicoloog Siep Stuurman. De ‘mensheid’ kan dus beter gezien worden als een uitvinding, een voorstel om de menselijke verhoudingen op een nieuwe manier te bekijken en te waarderen.

Hoe was het mogelijk dat mensen vreemdelingen, die andere gebruiken hebben, andere goden aanbidden en er anders uitzien, als medemensen en zelfs als gelijken zijn gaan beschouwen? In dit boek onderzoekt Stuurman hoe de gelijkheidsgedachte in verschillende culturen en beschavingen ontstond, geëvolueerd is en tenslotte vaste grond heeft gekregen. Zijn verkenningstocht omvat bijna 3000 jaar ideeëngeschiedenis vanaf de tijd van Homeros tot nu.

De eerste ons bekende denkbeelden over gemeenschappelijke menselijkheid ontstonden in stedelijk-agrarische schriftculturen die zich moesten verdedigen tegen de nomaden aan hun grenzen. Toen al erkenden schrijvers en dichters over de cultuurverschillen heen dat deze gevreesde stammen, hoe anders en afschrikwekkend ook, eveneens mensen waren. De grote religieuze en filosofische stromingen zoals het christendom, de islam, het confucianisme, het boeddhisme en de Griekse en Romeinse filosofie maakten vervolgens denkbaar dat alle mensen deel uitmaakten van eenzelfde schepping. Toch was men nog ver van de gelijkheidsgedachte zoals wij die kennen. Gelijk was iemand als hij het ‘goede leven’ leidde volgens de juiste religieuze of filosofische stroming.

Ook de wetenschappelijke nieuwsgierigheid naar andere culturen groeide snel. Al in de oudheid brachten avontuurlijke figuren ettelijke jaren door bij andere culturen. Hieruit besloten ze dat die geen verzameling bizarre en afwijkende geplogenheden waren, maar een samenhangend en rationeel geheel van instellingen en gebruiken. Tegen het einde van de middeleeuwen was men van mening dat, over de culturen heen, alle mensen mensen zijn.

Dat belette de Europeanen echter niet om de inheemse volkeren in de pas ontdekte nieuwe wereld te decimeren en op mensonwaardige manier uit te buiten. Hun leefwijze was zó anders dat ze door de meesten als ronduit inferieur werden bestempeld. Sommige moedige mannen verhieven echter hun stem tegen de onderdrukking en de uitroeiing van de inheemse bevolking. Hun pleidooi voor respect voor de menselijkheid van de ‘indianen’ deed in Europa nieuwe denkvormen over gelijkheid en cultuurverschil ontstaan.

Het hedendaags denken over gelijkheid en ongelijkheid werd vooral door de Verlichting ingrijpend en onherroepelijk veranderd. Die stelde de traditionele vormen van ongelijkheid tussen de standen, de seksen, de religies en de volkeren ter discussie. Alle mensen werden geacht begiftigd te zijn met rede en gevoel. De waarneembare maatschappelijke verschillen tussen de mensen werden verklaard uit de materiële en sociale omgevingsfactoren. Die gaven de mensen meer of minder ruimte om hun natuurlijke vermogens te ontplooien. Op grond van deze visie ontstond dan weer een nieuwe vorm van ongelijkheid. Men onderscheidde immers twee categorieën van mensen: de ‘verlichte’ burgers, zij die al ‘gelijk’ waren en de groep die dat nog niet was en moest ‘opgevoed’ worden.

Deze zienswijze werd ondersteund door het wetenschappelijk racisme en de filosofische geschiedenis. Met behulp daarvan probeerden de Europese kolonisten de slavernij en hun machtspositie in de kolonies te handhaven. Zo ontstond een soort ‘kleurbarrière’ die tot in de helft van de 20e eeuw bleef bestaan. Deze theorieën werden door een aantal strijdvaardige Amerikaanse en Aziatische activisten tegen slavernij met klem bestreden en weerlegd.

Na de afschaffing van de slavernij moest de pedagogische beschavingsmissie bij de gekleurde volkeren het kolonialisme rechtvaardigen. De antikolonialistische tegenstemmen gingen echter steeds luider klinken. Hun kritiek legde de basis voor het ideeëngoed dat na het debacle van de tweede wereldoorlog gemeengoed geworden is. Tegenwoordig fungeren de mensenrechten als de normatieve code voor een geglobaliseerde wereld.

Toch zijn hiermee gelijkheid en gelijke rechten niet echt vanzelfsprekend geworden. In een wereld van grootschalige migratie steken ideeën over ongelijkheid massaal weer de kop op. Verschil en superioriteit worden weer benadrukt. Gelijkheid, pluraliteit en verdraagzaamheid moeten weer bevochten worden.

Dit lijvige boek heb ik met groeiende belangstelling gelezen. Het was een opfrissing van de standpunten en inzichten over gelijkheid en menselijkheid van bekende denkers, wetenschappers en activisten, zoals  Herodotus, John Stuart Mill, Franz Boas, Mahatma Gandhi. Maar bovenal haalt Siep Stuurman een aantal minder bekende of vergeten figuren van onder het stof der geschiedenis. Ik maakte kennis met niet-westerse pioniers van de antropologie, Ssu-ma Ch’ien en Ibn Chaldun, en met de vurige pleidooien voor een menselijke behandeling van inheemsen en tegen slavernij van gedreven mannen zoals Frederick Douglas, Bartholomé Las Casas, Dadabhai Naojori.

Als actief lid van Amnesty International liggen gelijke rechten mij uiteraard nauw aan het hart. Dit inhoudelijk zeer rijke werk heeft mij dan ook van begin tot eind kunnen boeien. De tekst is zeer vlot geschreven en dus voor de doorsnee geïnteresseerde leek zeer toegankelijk.

©  Minervaria

Geen opmerkingen: