vrijdag 21 mei 2010

Zo zit het

STAARINK, H.A.M., Zo zit het! Over zitten, stoelen en rolstoelen. Assen, Van Gorcum, 2007, 212 pp. – ISBN 978 90 232 4341 0

De afgelopen jaren werd comfortabel zitten steeds minder vanzelfsprekend. Een nieuwe kantoorstoel bleek geen slechte aankoop maar bracht niet het verhoopte soelaas. Dus zocht ik een goed boek over zitten en zithouding. Het werk van Harrie Staarink sprak me meteen aan. Het ontwerpen van een rolstoel was de aanleiding voor een diepgaand onderzoek naar meetbare criteria voor een goede zithouding.

Doordacht is het boek van Staarink zeker. Zitten en zitgedrag worden op een wetenschappelijke wijze behandeld. Dat levert een technisch en zakelijk werk op, waarop de doorsnee lezer zijn tanden breekt. Een belangrijk deel gaat over het zitten in rolstoelen. Maar om goede rolstoelen te ontwerpen moet je het zitgedrag van mensen in het algemeen begrijpen. Dit pakt Staarink dan ook eerst aan.

Zitten is blijkbaar geen eenvoudige bezigheid. Wie gaat zitten zoekt een comfortabele houding voor dat moment. Maar na verloop van tijd voldoet die niet meer. Dan wordt een andere houding gezocht. Daarom zitten mensen eigenlijk nooit stil. Dat was een opluchting voor me. Ik bleek niet de enige die dezelfde houding niet lang kan volhouden.

Staarink vraagt zich vervolgens af welke factoren het comfort van een zithouding bepalen. Het hoeft ons eigenlijk niet te verwonderen dat we uitkomen bij een laag energieverbruik. Aan zitten willen mensen liefst zo weinig mogelijk energie spenderen. Ze zitten liever in een passieve ongemakkelijke houding dan in een actieve houding die het lichaam minder belast. Zo zie je inderdaad mensen hoogst oncomfortabel ‘hangen’ op stoelen en banken die daar helemaal niet op gebouwd zijn. Daarbij zoeken ze vooral stabiliteit. Bepaalde spieren en ligamenten worden daardoor echter overbelast.

In een zeer technisch hoofdstuk over de verschillende componenten van zitgedrag onderzoekt Staarink wat de meest verantwoorde comfortabele zithouding is. Die blijkt verrassend gelijk te zijn, hoewel er toch heel verschillen zijn tussen mensen. Een zithoek van om en bij 123° blijkt ideaal. Dat klopt met mijn eigen ervaring. De voorgaande inzichten toetst Staarink aan verschillende soorten stoelen en zetels. De kniestoel die ik me dacht aan te schaffen heb ik op basis van zijn bevindingen maar geschrapt.

Vervolgens verdiept hij zich in de eigenschappen van een goede rolstoel. Het construeren en aanpassen daarvan is verre van eenvoudig. Er moet met heel veel aspecten rekening gehouden worden. Rolstoelgebruikers zijn immers tot zitten veroordeeld, en kunnen niet naar believen van houding veranderen.

Staarink diept tenslotte vier specifieke zitvraagstukken uit, onder andere de biomechanica van het zitgedrag en de preventie van decubitus. Dit deel is voor een niet-deskundige niet meer interessant en tevens moeilijk te volgen.

Dit boek is voor het grootste deel een vaktechnisch werk. Het is immers bestemd voor professionele hulpverleners. Ik heb het dan ook selectief gelezen. Gedeelten met veel vaktaal, formules en berekeningen heb ik overgeslagen. De voor leken begrijpelijke onderdelen zijn echter toegankelijk geschreven. De tekst wordt ruim ondersteund door illustraties, waarvan de meeste alleen door professionelen te begrijpen zijn.

Met het lezen van dit boek zijn mijn zitproblemen natuurlijk niet opgelost. Maar ik kan wel verder met de voorwaarden waaraan een goed zitmeubel dient te voldoen. Ik heb er ook een paar tips opgestoken over de beste zithouding bij het werken aan een computerscherm.
Het belangrijkste is wel dat ik mij veel bewuster geworden ben van mijn zitgedrag. Van zitten mag je gerust moe worden, aldus Harrie Staarink. Een actieve zithouding kan je het beste afwisselen met een passievere houding en met beweging. De zithouding is minstens even belangrijk als de eigenschappen van de stoel. “Men bedenke dat je op een goede stoel slecht kunt zitten en op een slechte stoel goed.”, aldus Harrie Staarink (p. 60).

Een beperkte weergave van Zo zit het is gepubliceerd als Google-book.

© Minervaria

Aansluitend: Opstelling beeldschermwerkplek

Geen opmerkingen: